Ik had de mazzel in 2004, toen ik INTO business oprichtte, dat banken veel minder ballotagecommissies hadden. Bij de mijne leverde ik een vodje in met een plannetje en wat cijfers en twee dagen later had ik toegang tot een leuk krediet. Dat moet je nu eens proberen. Maar goed, toen zat ik daar dus ineens, in mijn gehuurde kantoor, naar het plafond te staren. Waar moest ik beginnen?
Ik kan een kunstje: schrijven. Maar alles wat een ondernemer doet, begint met commercie. Zonder klanten geen werk. Bedenk, ik werd een kleine zelfstandige terwijl ons derde kind op komst was. Er moest brood op de plank komen. Sparen had ik slechts mondjesmaat gedaan. Dus met nauwelijks vet op mijn botten moest ik voor omzet zorgen. En snel een beetje, want dat krediet was inmiddels als sneeuw voor de zon aan het verdwijnen en nummer 3 lag klaar om ons te komen aanschouwen.
Maandelijkse paycheck
Omdat onder druk het meeste vloeibaar wordt, althans bij mij, kwam dit goed. Maar vanzelf ging het niet. Ik belde de stoppen uit de meterkast, bestookte mensen met ongewilde mails en legde overal eitjes neer in de hoop dat daar op zekere dag een mooie order uit zou rollen. Ik sliep in die periode onrustig. De zekerheid van die maandelijkse paycheck was er niet meer en ik had meteen door: als ik het niet doe, doet niemand het.
Daarom werkte ik me een slag in de rondte. Ik had nauwelijks door dat het Pasen of Pinksteren was en haalde zaterdag en woensdag door elkaar. Ik ontdekte tevens dat succes te voet kwam, maar als ik niet uitkeek te paard weer verdween. Soms deed ik daarom twee stappen voorwaarts om vervolgens drie stappen achterwaarts te moeten zetten. Gelukkig bleef er ook wel eens wat aan de strijkstok hangen en daar putte ik dan weer moed uit.
Energielevel
Wat ik ook merkte was dat ik niet goed voor mezelf zorgde. Ik at tussen de bedrijven door. Het liefst iets wat makkelijk was. En wat makkelijk is, is vaak ongezond. Sporten? Daar had ik echt geen tijd voor. Het gevolg: elke maand kwam er een halve kilo bij. Dus na twee jaar… Afijn, u kunt ook rekenen. Omdat ik maar doorging, had ik niet door dat mijn energielevel zakte en ik steeds minder fit was.
Ondertussen moest ik ook inkopen doen en ik weet nog dat ik me in die tijd voelde als Zeeuws Meisje: ‘Ons ben zunig.’ Ik ben van origine best gul, denk ik, maar nu was ik een krent die elk dubbeltje eerst drie keer omdraaide voordat ik dat uitgaf.
Na twee maanden nam ik mijn eerste medewerker aan. De nacht voor de eerste payday lag ik wakker, want waarvan moest ik hem betalen? In gedachten roomde ik van al mijn rekeningen wat geld, in de hoop dat ik aan mijn verplichtingen kon voldoen. Want elke ondernemer vertelde mij: medewerkers eerst, dan pas aan jezelf denken.
Financiële ruimte
Had ik medelijden met mezelf? Absoluut niet. Terugkijkend ervaarde ik mijn eerste ondernemende jaren als een groots avontuur. Er gebeurde van alles en ik leerde sneller dan ooit. Hoewel het niet vanzelf ging, kon ik mijn hoofd net boven water houden en had ik er vertrouwen in dat er later wel financiële ruimte zou ontstaan.
Wat na een paar jaar ook gebeurde: ik kon ineens wat investeren. Nee, wat ik naar mijn privérekening sluisde bleef beperkt, maar die oude roestbak kon ik inruilen voor iets degelijks en in datzelfde jaar besloot ik ook om de kantoorinrichting, samengesteld uit tweedehands spullen, te vernieuwen. Ik weet nog dat ik zo trots als een pauw was toen ik deze in gebruik mocht nemen. Het voelde alsof ik dat toch mooi helemaal zelf had gedaan.
Human resource
Wat niet zo was. Want ondertussen waren er meer medewerkers bijgekomen. Ik zocht nadrukkelijk naar mensen die zelfstandig kon werken. Ik ben niet de beste leidinggevende en ‘human resource’ kwam niet in mijn vocabulaire voor. Vrije dagen? Je neemt op wat je nodig hebt en het zal mij worst wezen hoeveel dat er zijn, zolang je maar presteert. Functioneringsgesprekken? Ik wist nauwelijks wat dat waren. Gelukkig bleek dat destijds geen handicap, want de mensen met wie ik samenwerkte, waren ervaren en wisten waar Abraham de mosterd vandaan haalde.
En de klant? Die was koning. Sterker, die was koning, keizer en admiraal tegelijk. U vraagt, wij draaien, luidde ons devies. Dat zorgde voor klantenbinding, maar niet voor diepgang. Pas na een jaar of tien werden we bij INTO business mondiger. We zeiden niet langer alleen maar ‘ja’ en ‘amen’, maar besloten een weerwoord te geven en klanten aan te sporen om echte ondernemersverhalen te vertellen.
Reclamepraatje
Wat voor verhalen dat zijn? Verhaal die ertoe doen. Die interesseren, uitdagen en herkenning oproepen. Het moesten echte triggers zijn. Eerlijke, kwetsbare verhalen in plaats van alles-gewonnen-niets-verloren-verhalen. De vraag was echter: hoe overtuig je je klanten dat een reclamepraatje niet werkt als je aan alle kanten met reclamespotjes, reclamebanners en wat dies meer zij wordt doodgegooid? Het antwoord: door met die klant de discussie aan te gaan. Wat bleek? De klant bleek ontvankelijk voor goedbedoelde raad. En dat niet alleen, hij plukte daar de vruchten van. Want plots kreeg hij veel meer reactie en werd hij gewaardeerd omdat hij zijn echte ondernemersverhaal met ons en dus de lezers wilde delen.
Geen natuurtalent
Het was na een jaar of tien dat ik besloot eens goed naar mezelf in de spiegel te kijken. De spieren die ik had, lagen verscholen onder een laag vet en na elke trapgang stond ik te hijgen als een pakpaard. En roken, man o man, wat rookte ik veel. Vooral in die periode dat je nog gewoon op kantoor mocht roken. Soms stak ik een sigaret aan terwijl ik niet doorhad dat er nog eentje brandend in de asbak lag.
Die peuken schopte ik eruit, net als het overvloedige, slechte eten. Ik kocht hardloopschoenen en ging op een verantwoorde manier mijn conditie opbouwen. Heel eerlijk, dat ging met horten en stoten maar van lieverlee wel de goede kant op. Een natuurtalent ben ik niet, maar uiteindelijk kon ik prima tien kilometer hardlopen zonder te stoppen. De kroon om mijn hardloopcarrière was een halve marathon. Van de 500 deelnemers kwam ik als 495ste over de finish. Dat kon me niets schelen. Ik had het toch maar mooi gedaan.
Volwassener
Dit jaar bestaat INTO business twintig jaar. Ons team bestaat anno 2024 uit vijftien mensen en het leger vaste freelance schrijvers en fotografen telt dertig hoofden. Achter de schermen lijkt ons bedrijf soms op een militaire operatie, waarbij deadlines heilig zijn en kwaliteit altijd de leidraad is. Dat is de basis om onze klanten voor de schermen oprecht te inspireren en te verbinden.
Nu, na twintig jaar dus, vind ik pas dat ons bedrijf volwassenheid heeft gekregen, temeer omdat we morgen beter willen zijn dan vandaag, elke dag weer. We beseffen dat het belangrijk is om stappen voorwaarts te blijven zetten en je dus nooit, maar dan ook nooit, bent uitgeleerd.
Zonder twijfel topsport
Terugkijkend is mijn ondernemersavontuur tot nog toe zonder twijfel topsport geweest. Zou ik het opnieuw mogen doen met de wetenschap van nu, dan zou ik die vanaf de eerste dag ook daadwerkelijk als topsport benaderen en daar eerder naar gaan leven. Want pas dan ben je in staat om de lat hoog en hierna steeds hoger te leggen. Pas dan kun je door schade en schande wijs en hierna nog wijzer worden.
Wat betreft het mentale aspect, om dat op peil te houden is een geloof in eigen kunnen nodig. Wankelt dat geloof, dan zijn er specialisten die je kunnen helpen. Hoef je alleen maar voor open te staan. En tot slot is daar het financiële vraagstuk. Natuurlijk mag je jezelf best eens verwennen. Maar blijf met twee benen op de grond staan, denk niet alleen maar aan jezelf en bedenk dat je in materiële zin helemaal niet zoveel nodig hebt om gelukkig te kunnen zijn.
Wat dat laatste betreft, dat geldt niet voor je bedrijf. Dat moet je constant belonen en stimuleren, aaien en een schop onder zijn kont geven. Kortom, jouw onderneming moet je zowel koesteren als activeren. Echter, zonder al te gek te doen. Investeren is goed, zolang het je niet boven de pet gaat groeien. Dus geef het geld uit als het doel dat rechtvaardigt.
Walhalla
Conclusie: voor alle mensen die denken dat het ondernemerschap een walhalla is, dat klopt. Het kan werkelijk waar prachtig zijn. Als je daar bloed, zweet en tranen voor over hebt.